Peaceful Pai

20 februari 2012 - Pai, Thailand

Zondagochtend ontwaken we met het geluid van exotische vogels in de tuin. Vewonderd lig ik te luisteren. Soms lijkt het net op het geluid van apen, vind ik. We besluiten er een rieleksdag van te maken. Geen probleem hier, want Pai is very peaceful. Het stadje is niet groot, er wonen zo'n tweeduizend mensen, wat een heel ander aantal is dan de 8 miljoen van Bangkok of de 3 miljoen van Chiang Mai. Reken daar het aantal toeristen en zakenlui bij, dan denk ik dat bijvoorbeeld Bangkok snel 9 miljoen mensen per dag herbergt. Pai is ook behoorlijk toeristisch, maar op een heel ontspannen manier. Elke avond is er een markt, vol stalletjes met heerlijk eten, drinken, hippe kleding voor hippe backpackers en muziek. In de barretjes en restaurants is het altijd gezellig druk, niet te, maar gewoon: gezellig. In elke straat zijn wel hotels en resorts te vinden, ook iets buiten het stadje. Er zijn brommers en scooters te huur, en fietsen. En je kunt er van alles laten regelen, tot en met je vliegticket aan toe. Yes, de vibes zijn goed in Pai en er wordt goed voor ons toeristen gezorgd, maar niet op een opdringerige manier.
Wij zitten in een - voor ons doen - poepiesjiek resort aan de Pai-river, ontbijten 's ochtends op het terras met uitzicht op dit snelstromende riviertje. We vinden dat geweldig, genieten er enorm van. Zo ook zondag, onze rieleksdag. Tegen lunchtijd schuift Jop bij ons aan, we zitten naast ons huisje op de bankjes half in de zon, half in de schaduw. Een paar lieve jonge katjes komen er gezellig bij, eentje gaat op de bank liggen snorren. Potje thee erbij, het lijkt wel of we thuis zitten! Jop herschrijft zijn cv voor zijn jaar Nieuw Zeeland. Hij vertrekt donderdag uit Pai, reist eerst naar Maleisie en vliegt vandaar uit verder. Hij bespreekt hoe hij dat allemaal aan gaat pakken, het vinden van werk. We eten nog wat samen op de markt en dan vertrekt hij weer, te voet, naar zijn droomhuisje bij de bananenplantage.
De volgende dag huren we een brommer, krijgen er twee pothelmpjes bij. Een kobaltblauwe voor Ruut, een kievitseierenblauwe voor mij. Al snel scheuren we over de Thaise wegen, onderwijl stoere liederen zingend als: driving on the highway! Toedoedoetoe!! Wel even wennen, want je rijdt hier links van de weg. Onderweg kijken we onze ogen uit, zien de nevelige akkers en rijstveldjes, de prachtige houten en rieten huizen op palen en de tempels en tempeltjes. Opvallend is de verering van de Thaise vorst. Overal zie je zijn afbeelding, kijkt die man je verlegen en wat gereserveerd aan door zijn grote bril. Hij ziet er erg aardig uit, vinden wij. Een goeie koning lijkt het ons. Onderweg eten we noedelsoep met kakelsverse groenten en vlees en kip. We krijgen er als extra een bakje vruchtjes bij, die lijken op minitomaten, maar smaken naar Mispels en Pruimen, maar dan iets zuurder. Grappig detail is dat de krielkippen die in en rond het stalletje rondlopen, af en op de tafels springen en als hondjes schooien. Daarna tuffen we verder door Pai Canyon, zoals het berggebied hier heet. Steken een bamboebrug over, waarvan ik aanvankelijk denk: houdt die mij wel? Laat staan Ruut op zijn moped? Tot er een enorme fourwheeldrive aankomt, die er zonder problemen overheen kart. Okay, die kan mij wel hebben, denk ik en stap over de planken en bamboescheuten, die met grote spijkers bevestigd zijn. Daarna bekijken we de Memorial Bridge, gebouwd onder de straffe leiding van de Jappen aan het begin van WO II. Schijnt dat die zich hier in die tijd om strategische redenen ophielden en wel zin hadden in Birma. Weer wat geleerd. De brug lag oorspronkelijk in Chiang Mai maar is in de jaren zeventig naar Pai gebracht. Nu is het hier een toeristische bezienswaardigheid. We tuffen vrolijk verder, zien borden onderweg van olifanten-kampen en denken allebei: jammer dan, die zien we dus niet, want we willen niet op een olifant rijden. Dan ineens doemen langs de weg olifanten op! Ze staan hier gewoon in een soort grote stallen, meestal een paar per eigenaar. Ooooh, roepen we allebei uit. Wat lief! We stoppen bij een kampje, krijgen direct stoelen en water aangeboden en gaan er eens goed voor zitten. Kijken wel een half uur naar die lobbessen. Drie staan er hier, ze zijn grijs en hebben roze gevlekte oren. Stilletjes staan ze daar zich rot te vervelen. Wij kijken naar hen, zij kijken naar ons. De dichtsbijzijnde olifant raakt steeds haar ketting en het slot aan om haar voorpoot. Daarbij kijkt ze ons heel verdrietig aan en zucht en snuift. We vinden het echt enorm zielig voor ze en hopen maar dat ze wel elke dag lekker mogen rondsjokken met toeristen op hun rug. Anders is het leven wel heel erg saai voor ze. Honderd jaar kunnen ze worden. Stel je voor, honderd jaar geketend staan!! Er alleen uit mogen om af en toe zware dingen te sjouwen en dan als dank weer vastgeketend worden. Stilletjes tuffen we door naar Pai, slaan wat fruit in, kopen een hoed en een pet want ja, die zon die prikt en dan gaan we door naar Jop. Die heeft een heerlijk maaltje voor ons gekookt. Gezeten op de rieten mat genieten we van de dis, die onder andere bestaat uit Tamarinde-soep. Terwijl wij in stilte genieten van hetbeten, klinken buiten weer die exotische vogels. Verder is het doodstil om zijn huis. Na de dis nemen we weer afscheid van die mooie man van ons en knorren terug naar ons hotel. De pothelmpjes hebben we maar achterwege gelaten. Ik laat mijn haren wapperen in de warme wind en sla mijn armen om mijn vent heen.

2 Reacties

  1. Gerard:
    20 februari 2012
    heerlijk toch, ik reis gewoon met jullie mee, achterop het brommetje :-)
  2. Meta:
    21 februari 2012
    Hee luitjes in een mooi en warm Pai!

    Ik lees dat jullie het heerlijk hebben daar en volop genieten van al het moois en jullie zoon, de verhalen zijn weer, zoals gewoonlijk, prachtig en heerlijk om te lezen. Nog heel veel plezier samen!

    Groetjes, Peter en Meta xxx