Over torren, thai-food, hondjes en meditatie.

28 februari 2012 - Koh Phangan, Thailand

De afgelopen dagen kenmerken zich door zwaarwichtige vraagstukken als: nemen we nog een duik in zee of gaan we nog even zwemmen in het zwembad? Of : eten we bij het resort of bij een restaurantje in het dorpje? We hebben het advies van de Thai goed in onze oren geknoopt, we relaxen! Een beetje saai om over te schrijven, toch? Dan schrijf ik nu eens over de dingen waar ik nog niet aan toe kwam en die volgens mij leuk zijn om te lezen. Zoals het feit dat ik hier nu in een haast oorverdovend lawaai zit te pennen. In het lover wonen kevers of torren en die beestjes zetten het op een zingen als het schemert! De eerste keer dat we het hoorden, hadden we geen idee waar het vandaan kwam. Of wat het was. Ik dacht dat iemand een alarm aan had laten staan ofzo. Hey geluid is hoog, snerpend en houdt minutenlang aan. En ineens is het ook weer over: hop, stilte. Het klinkt heel exotisch nu we weten dat het insekten zijn.
Verder wil ik wel kwijt dat het Thai-food overheerlijk is. Waar we ook eten, in een onooglijk klein tentje of aan een stalletje aan de weg, in een restaurant of in het hotel..... Het is allemaal heerlijk vers en met liefde bereid. Wat dacht je van die smeuiige kokossoep, lekker een beetje spicey, of Tom Yum, de basis voor vis- of kippensoep? Jamjamjam en nu ga ik een compliment uitdelen aan mijn moeder. Vera, jouw Thaise vissoep kan zich op alle fronten meten met de Tom Yum with seafood van hier. Toen we die soep voor het eerst aten zeiden we tegen elkaar: he, die soep maakt Vera ook altijd en hij smaakt net zo lekker. Er zit lemongrass in, gember, lavas en kool, fijne uitjes, tomaten en al naar gelang de wens: vis, kip of vlees. En je kunt hem extra spicey krijgen, iets wat Ruut altijd doet en als ik die zweetdruppels op zijn hoofd zie, ben ik altijd maar weer blij dat ik het minder pittig eet. verder zijn we verrukt over het fruit en de fruitsalades en -sapjes hier. Teveel om op te noemen wat er allemaal aan fruit te koop is, maar de drakenvruchten, watermeloenen, papajas, bananen, ananas, mango en de stevige zoete aardbeien laat ik niet onvermeld. We hebben trouwens ook die beruchte stinkvruchten gezien, niet gegeten en heel grappig, wel verbodsbordjes gezien in restaurants: eet hier geen stinkvruchten!
Over de hondjes in Thailand zou je een film kunnen maken. Met name in de wat meer landelijke plaatsen zoals Pai maar ook op Koh Samui en Koh Pahngan, overal kom je die rakkers tegen. En ze lijken allemaal op elkaar. Halfhoog, korte vachten, schrandere Lassie-koppen, bruin of zwart of wit of een mixje van al die kleuren. Ze leven hier echt heel vredig naast de mensen, ook al zijn het vaak zwervers, ze horen er echt bij. Zie je in andere landen nogal eens dat ze als onwelkome schobbejakken worden weggepunterd, hier gaan ze juist lekker bij de mensen liggen. Als het warm is komen ze bij je en gaan onder je stoel liggen. Of naast je in de schaduw van een palm. Ze schooien niet, zien er overigens allemaal doorvoed uit. En ze horen ook echt bij een buurtje. Of bij een strandje. Zowel in Pai als hier op de eilanden zien we dat ze elkaar 's ochtends vroeg opzoeken, samen gaan spelen, een beetje ravotten en zwemmen. Echt, het is net iets uit een schelmenroman. Ze vormen aan het begin van de dag kleine groepjes, trekken wat rond en als het warm wordt eind van de ochtend zoeken ze een koele plek in de straten. 's Avonds kuieren ze zo'n beetje in de straatjes, bij de mensen die al die honden lekker in hun waarde laten. Het is eem soort eigen orde of dimensie naast de mensen, die honden. Echt, je zou er een film van kunnen maken, over de honden van Thailand. Als je er eentje volgt, ontspint zich volgens mij een pracht verhaal.
Opvallend is overigens het aantal Birmezen werkzaam in de toeristenindustrie. Hier, op het strandje bij het resort, werken heel veel jongemensen uit Birma (Myanmar moet ik eigenlijk schrijven, want zo heet het land al sinds jaar en dag). Voor Thailand kunnen ze een betaalbaar visum krijgen, vertelde Chai, een jongen die hier in het resort werkt, maar een visum naar Australie is voor hen onbetaalbaar. Chai vertelde overigens ook nog, dat meditatie in zijn land een vak op school is. Zodra je er als kind aan toe bent, volg je meditatielessen en mediteer je. Hij gaf Ruut informatie mee over de verschillende meditatie-wijzen in zijn land. Ruut is, geinspireerd door Jop en nu ook door Chai, elke dag aan het mediteren. Het doet hem heel erg goed.
Morgen gaan we Koh Pahngan over crossen met de scooter. Misschien lukt het ons Happy Beach te bereiken, de favo-stek van zoon Jop. We nemen onze camera's mee en hopen mooie plaatjes te schieten. Het licht is hier, in tegenstelling tot op het vasteland, heel helder. Overmorgen heel vroeg varen we weer terug naar Koh Samui, vliegen Vandaaruit terug naar Bangkok, alwaar we nog lekker een dagje gaan shoppen. Want ik heb op de heenweg zoveel moois gezien, ik weet nog precies wat en waar, dus.... Als het lukt schrijf ik de laatste dag ook nog wat. Dat wordt dan het laatste logje van deze heerlijke reis door Thailand.